02 APRIL 2016 | Door Cathérine Ongenae
Met Future Footwear creëert schoenmaakster en antropologe Catherine Willems een nieuwe generatie schoenen. Samen met traditionele schoenmakers uit India en Finland maakt ze ‘blootsvoets’ schoeisel: minimalistische schoenen met het weldadige effect van op blote voeten lopen. In één adem bedacht ze ook een duurzaam alternatief.
Ik zie haar nog voor me zitten. Zomer 2009, we gingen samen eten. Tussen onze borden legde ze een kladpapier met daarop een ruwe schets van een ambitieus plan: het begin van haar wetenschappelijk-artistiek doctoraatsonderzoek naar blootsvoets lopen. Ze zou naar blootsvoetse culturen trekken, de tred van de mensen meten en onderzoeken hoe dat lopen op blote voeten een invloed heeft op de gezondheid van hun voeten. Met die gegevens zou ze schoenen maken die zowel mooi als voetvriendelijk zijn. Ik ken Catherine Willems (44) al 25 jaar. We studeerden samen antropologie. Toen al volgde ze in avondonderwijs een opleiding schoenmaken. Na onze studies rolde ik in de journalistiek en vertrok zij naar Barcelona voor een postgraduaat over minderheidsgroepen. In Spanje leerde ze van oude schoenmakers de nobele stiel van het sandalen maken. Een paar jaar werkte ze als etnograaf aan de Gentse universiteit, maar uiteindelijk won de schoenenmicrobe. Ze studeerde verder aan de befaamde Ars Sutoria in Bologna, waarna ze doceerde in schoenmakersopleidingen en academies, schoenen op maat begon te maken en een lijn van kindersandalen op poten zette. Ik was erbij toen ze in 2005 voor het eerst naar India trok, en in Bangalore de eerste contacten legde met een collectief van makers van de typische kolhapurisandalen. Als iemand dat wilde plan had moeten begrijpen, dan ik wel. In plaats daarvan vroeg ik: ‘Wát ga je precies doen? Kun je me dat nog eens uitleggen?’ Zenuwpunten Vandaag, meer dan zes jaar later, sta ik in haar atelier in Antwerpen prototypes van ‘blootsvoetse schoenen’ te passen. Aan mijn linkervoet een platte zwartleren ballerina, aan de andere een veterlaarsje gemaakt uit rendierhuid. Mijn voeten staan plat op de grond. Er is geen voorgevormde hiel, geen binnenzool of rug. Het lijkt of ik geen schoenen draag en zo hoort het blijkbaar. Maar leerden we niet dat een goede schoen steun moeten geven? Catherine Willems: ‘Voeten zijn plastisch, veel schoenen maken de voet kapot. Het zou de voet moeten zijn die de schoen vormgeeft, niet omgekeerd. Ik ben om die reden ook geen fan van steunzolen. In specifieke gevallen zijn ze niet noodzakelijk slecht, maar ze leren de voet niet goed wandelen. Met die kanttekening dat ik niet tegen hoge hakken ben. Die hebben ook een functie. Maar evolutionair gezien heeft een blote voet alles in huis om op een fantastische manier door het leven te gaan.’ Voor haar onderzoek reisde Willems naar Rajasthan en Karnataka in India en naar Inari in Finland. In India werkte ze intensief samen met de makers van de traditionele juttischoenen en kolhapurisandalen. In het Hoge Noorden bestudeerde ze de nuvttohatlaarzen, de traditionele laarzen van de Saami, een semi-nomadisch volk van rendierhoeders.
Haar metingen toonden aan dat de drukpunten van hun blote voeten in beweging nagenoeg hetzelfde zijn als die met traditioneel schoeisel. Wat hebben minimalistische schoenen dat conventionele schoenen niet hebben? Geen dikke zool, zo blijkt, maar een dunne zool die je voeten beschermt en warm houdt, maar ze ook in contact houdt met de grond. Is dat verschil dan zo belangrijk? Ze meent van wel: ‘Je voeten hebben veel zenuwpunten, die bij het stappen informatie sturen naar de hersenen, waardoor je je stap aanpast. Een dikke zool maakt die zenuwpunten “blind”. Ze voelen niets en sturen dus ook geen informatie door. Wie geen contact voelt met de ondergrond, valt sneller. De zolen uit de inheemse ontwerpen zijn niet voorgevormd. De voet vormt die zelf door het vocht en de warmte die het lichaam produceert.’ Kogelvrij materiaal Een eerste resultaat van de crossculturele samenwerking is de collectie X-Indigenous. De schoenen zijn geïnspireerd op het minimalistische traditionele schoeisel, wat niet betekent dat Willems ging stelen met de ogen om er vervolgens een westerse draai aan te geven. ‘Dat zou niet volgens de regels van de designantropologie zijn’, zegt ze. ‘We nemen niet zozeer het ontwerp over, als wel het voordeel van dat ontwerp voor de voet en het idee van duurzaamheid dat eigen is aan die culturen. De schoenenindustrie zoals we die nu kennen is niet duurzaam. 95% van de schoenen in deze wereld belandt op de vuilnisbelt. Bovendien zijn de meeste schoenen niet biologisch afbreekbaar. Het productieproces van schoenen herdenken is een integraal deel van het onderzoek.’ ‘We kunnen veel leren van traditionele culturen door oude kennis te combineren met nieuwe technologie. De biomechanische metingen zijn onontbeerlijk om dat blootsvoetse effect na te bootsen. Maar ook de samenstelling van het materiaal en het productieproces van die etnische schoenen zijn interessant. Men gooit er bijvoorbeeld niets weg, maar repareert en recycleert. Het materiaal is biologisch afbreekbaar. De huiden zijn vegetaal gelooid, dus vrij van chemicaliën. In India komen ze van buffels die een natuurlijke dood zijn gestorven, de rendierhuiden in Finland zijn een bijproduct van de vleesindustrie.’ Opvallend: men maakt enkel wat men nodig heeft. Productieoverschotten of schoenbergen zijn er niet. ‘Met onze schoenen streven we naar een soortgelijk productieproces. Met bedrijven als RSPrint en Materialise werken we aan een programma om blootsvoetse schoenen in 3D te printen. De structuur en de eigenschappen van de dierenhuiden kun je nabootsen met een materiaal dat even flexibel is en de voeten op dezelfde manier laat ademen. Op basis van een scan van de voet kan iedereen zijn persoonlijke schoen laten printen die in kwaliteit identiek is aan de oorspronkelijke etnische schoen en als een tweede huid rond de voet zit. Zo herstellen we de korte keten tussen consument en producent.’ Het onderzoek naar een bioafbreekbaar materiaal met de eigenschappen van de natuurlijk gelooide huiden loopt nog, maar men hoopt om tegen 2017 alles op punt te hebben om duurzame schoenen te kunnen printen op bestelling. Teruggeven Dat Catherine Willems voor haar project in zee ging met Vivobarefoot is geen toeval. Als enige schoenenmerk dat biomechanica met schoenenontwerp combineert, is het Britse bedrijf een gedroomde partner.
Met wat ze bijleren over blote voeten kunnen de gebroeders Clark – nazaten van het schoenenmerk Clarks – hun leesten verbeteren. Maar duurzaam ondernemen is volgens de filosofie van het bedrijf ook een kwestie van teruggeven aan de samenleving. ‘Elke groep waar ik mee heb samengewerkt zal zelf ook een collectie produceren die door Vivobarefoot wordt verspreid. In Namibië hebben we net een schoenmakersatelier opgezet bij de Ju/’hoan San, een groep van jager-verzamelaars uit de Kalahari. Samen met hen heb ik een nieuw model van hun traditionele jachtsandalen gemaakt dat binnenkort met Kickstarter op de markt wordt gebracht. We hebben zonnepanelen geïnstalleerd en machines gekocht. Ook hier gaat niets van het dier verloren: de huiden zijn een nevenproduct van de vleesindustrie in Zuid-Afrika. De eerste duizend paar sandalen worden voor Vivobarefoot gemaakt, maar de intellectuele eigendom van die ontwerpen blijft bij de volkeren. Het staat hen vrij om sandalen te produceren voor anderen.’ ‘De bedoeling is om die groepen een alternatieve bron van inkomsten te geven zodat ze hun levenswijze niet moeten opgeven om te overleven. We bieden hen een nieuwe markt aan. Onrechtstreeks wordt hun beroep ook opgewaardeerd. In India wordt het beroep van schoenmaker beoefend door de laagste kaste, omdat men werken met huiden er als onrein beschouwt.’ Weldadig effect En dan is er nog de kwestie of een mens met verkeerd gekweekte voeten beter wordt van minimaal schoeisel. Catherine Willems: ‘Met minimaal schoeisel moet je opnieuw leren lopen. Het vraagt inspanning. De druk op de voetzool wordt verlegd van de hiel naar de voorkant van de voet. Je lichaam heeft tijd nodig om zich aan te passen. In het begin kun je mogelijk wat rugpijn hebben, omdat je nog te veel druk op de hiel zet. Maar het dragen van blootsvoets schoeisel heeft een weldadig effect op voeten en rug. De Saami uit het Hoge Noorden dragen hun traditionele rendierlaarzen niet altijd, maar als ze rugpijn hebben, dan trekken ze die aan omdat het hun lichaam weer in balans brengt. Het is intussen het motto van Future Footwear geworden: laat je mooie momenten niet verknallen door slechte schoenen.’
Comments